‘Ik was al een crimineel voordat ik überhaupt gevangen zat’
- Sam van Ierssel

- 22 mei 2019
- 8 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 23 mei 2019
Op 5 september 2015 ging de toen 41-jarige Peter*, zoals hij wel vaker deed, gekopieerde merkkleding halen bij een groepje jongens in Duitsland. Hij zag lange tijd niks verkeerds in de jongens en hun merkkleding, tot de politie een inval deed waarbij hij aanwezig was. Peter was op de verkeerde plek op het verkeerde moment, en werd op die bewuste 5 september ten onrechte opgepakt voor het handelen in marihuana. Hij wil graag anoniem zijn verhaal vertellen, om andere ex-gevangenen te helpen.
‘’Op het moment dat ik werd opgepakt, was ik in Duitsland. Ik kocht net over de grens goedkope, gekopieerde merkspullen bij een groepje jongens. Ik zag niks kwaads in hen, ik ging wel vaker bij ze langs. Toen ik weer eens spullen ging halen, deed de politie een inval in de loods waar ik op dat moment ook in zat. Wat bleek? Het groepje jongens bij wie ik mijn merkspullen haalde, handelde ook in marihuana. Ik wist hier niks van; ik kwam alleen maar nieuwe merkspullen halen. Zij hebben mij toen ontzettend hard genaaid; ze hebben mij aangewezen als dé grote leverancier van de drugs, terwijl ik niks met die drugs te maken had. Ik had niet eens drugs op zak. Achteraf gezien ben ik ook dom geweest; gekopieerde merkkleding verkopen is verboden, daar had ik van te voren nooit goed over nagedacht. Maar ik zweer het, ik heb niks met die marihuanahandel te maken.
Ik ben toen opgepakt en in voorarrest gezet, terwijl ze helemaal geen bewijs tegen mij hadden. Geen sporen, geen vingerafdrukken, helemaal niks. Ik had er ook niks mee te maken, maar toch hielden ze me onschuldig vast. Voor de Duitse politieagenten was ik hét ideale plaatje; ik was een Nederlander die aan vechtsport deed en grote pitbulls had. Uiteindelijk ben ik ten onrechte veroordeeld voor handel in marihuana. Ik was gewoon op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Ik kreeg uiteindelijk 4 jaar en 3 maanden opgelegd, terwijl de eis tegen mij 7 jaar en 9 maanden was. De Duitse jongens hebben ook vastgezeten; de ene kreeg 5 jaar, de ander 3 jaar.
Ik heb eerst in voorarrest gezeten in Düsseldorf. Ten tijden van de rechtszaak had ik weinig geld, waardoor ik me geen goede advocaat kon veroorloven. Mede hierdoor heb ik de rechtszaak verloren en werd ik veroordeeld. Ik ben na mijn veroordeling overgeplaatst naar gevangenis Justizvollzuganstalt Geldern. Ik heb in deze gevangenis jongens leren kennen die mij aan een goede, betaalbare advocaat hielpen om mee in hoger beroep te gaan. Hij vertelde me, na het zien van de akte, dat de rechter mij nooit vrij zou spreken; omdat ik onterecht werd vastgehouden, zou ik een hoge schadevergoeding krijgen. De advocaat zou me wél vrij krijgen voor hetgeen waarvoor ik veroordeeld was: handel in marihuana. Hij verwachtte wel dat ik alsnog een kleine straf zou krijgen, omdat handelen in merkkleding illegaal is. Dit stelde me al gerust; voor kledinghandel zit je natuurlijk veel minder lang vast dan voor marihuanahandel.
Nadat ik mijn hoger beroep had ingediend, werd mijn moeder ernstig ziek. Ik wilde daarom extra graag vrijkomen. Reclassering Nederland is toen bij me langsgekomen, zij adviseerden mij om mijn hoger beroep in te trekken. Ik moest zorgen dat ik mijn straf aannam; zo kwam ik in een gevangenis in Nederland terecht, vanaf daar konden ze mij verder helpen. Zolang ik in Duitsland vast zat, konden zij niks voor mij betekenen. Ik volgde het gekregen advies op en nam mijn straf aan.
Toen ik, na een veel langer traject dan verwacht, in de gevangenis in Roermond aankwam, kon de Reclassering mij ‘ineens’ niet meer helpen. ‘Je hebt nou je straf aangenomen, dus voor ons ben je een veroordeelde’, zeiden ze, ‘zo hebben we het nooit met jou afgesproken. Je bent nou gewoon schuldig.’ Ik ben door niemand geholpen, alle overheidsinstanties hebben me laten zitten. Justitie heeft cruciale fouten gemaakt die ze niet onder ogen wilde komen. Ik was onschuldig voor hetgeen waarvoor ik veroordeeld was, maar toch werd ik gezien als een grote crimineel. Een grote crimineel die niet bij zijn moeder kon zijn, want ik mocht haar niet eens zien.
Ik heb uiteindelijk 22 maanden gesloten gezeten, hiermee bedoel ik het vastzitten in een gesloten inrichting; je zit in de cel. Nadat ik mijn straf had uitgezeten, ging ik naar een open inrichting. Hier heb ik zes maanden gezeten. In de open inrichting sliep ik, en werkte ik voor een baas. In het weekend mocht ik naar huis toe. Daarna heb ik nog 3 maanden met een enkelband thuis gezeten, hiermee kon justitie mijn locatie controleren. Ik mocht van 6 uur ’s morgens tot 11 uur s’ avonds naar buiten, de rest van de tijd moest ik thuis zitten.
Ik heb vanaf dag één van mijn gevangenschap getraind als een beest, hierdoor lieten mijn medegevangenen mij allemaal met rust. Ik maakte mezelf helemaal gek; ik hoorde niet voor marihuanahandel vast te zitten, dat kon ik niet loslaten. Al mijn medegevangenen, en zelfs de bewaarders, beaamden dit; ook zij snapten niet waarom ik vast zat. Ze merkten meteen dat ik goudeerlijk ben. Als ik echt in de marihuanahandel zat, had ik dit gewoon toegegeven. Ik zeg natuurlijk niet dat ik helemaal niet schuldig ben; als ik volledig onschuldig was, kocht ik geen gekopieerde merkkleding. Ik was me van het kwade, helaas, te laat bewust. Ik was geen lieverdje, maar ik hield me nooit met criminele praktijken zoals drugshandel en overvallen bezig.
Voordat ik vast kwam te zitten, heb ik vijftien jaar met ontzettend veel plezier in de beveiliging gewerkt. Als beveiliger hield ik me altijd netjes aan de regels en werkte ik hard. Ik mag door mijn veroordeling de aankomende 12 jaar niet meer in de beveiliging werken, dat doet me nog steeds het meeste pijn. Daar ben ik na mijn gevangenschap wel achter gekomen; in Duitsland krijg je als gevangene een tweede kans in de samenleving, in Nederland is dit totaal niet het geval. Er wordt heel hard gezegd van wel, maar dan zou ik toch ook weer gewoon in de beveiliging mogen werken? Ik moet nog 12 jaar wachten. In Duitsland zou ik nou alweer als beveiliger mogen werken, terwijl ik daar juist ben opgepakt. Ik zou zo graag een tweede kans in de beveiliging willen, maar hier moet ik nog lang op wachten.
Ik heb in de gevangenis ook een heel ander beeld gekregen van bewaarders, politie en justitie; ze zijn bij allemaal hartstikke hypocriet, dat stelde mij heel erg teleur. Door het gedrag wat ze vertonen zijn ze in mijn ogen de grootste boeven, ik zal een aantal voorbeelden geven. Er waren vier politieagenten betrokken bij mijn arrestatie. Eén agent heeft het verhaal letterlijk op dezelfde manier verteld als ik, de andere drie hebben een heel ander verhaal verteld. Hun verhaal was gebaseerd op een grote leugen. Ze hebben er alles aan gedaan om mij vast te krijgen, zodat de zaak afgerond kon worden.
Nog een voorbeeld; in Düsseldorf werden de gevangenen mishandeld door de bewaarders van hun cellen. Ze zochten de zwakkere gevangenen uit en sloegen ze met grote groepen op gruwelijke wijze in elkaar. Zwakkere gevangenen konden geen Duits, vaak waren deze mannen verslaafd of asielzoeker. Zij konden zichzelf niet goed verweren tegen de Duitse bewaarders, daarom waren zij een makkelijk doelwit. Ook smokkelden de bewaarders telefoons en drugs mee de cellen in, ze deden er niet eens moeilijk over.
Mensen die voor een licht delict in de gevangenis zitten worden met harde hand behandeld, terwijl de zwaardere criminelen het hand boven het hoofd wordt gehouden. Ik kwam er in de gevangenis achter dat veel ‘hoge heren’, rechters en politici bijvoorbeeld, in kinderpornonetwerken verstrengeld zaten. Daarom gebruiken ze die macht die zij hebben om de zwaardere criminelen te vriend te houden; als zij het blik open trekken, zijn deze ‘hoge heren’ het haasje. Ik geloofde altijd dat justitie goed geregeld was, maar deze dingen bewijzen voor mij hoe hypocriet ze eigenlijk zijn. Ze spelen allemaal een vies, corrupt spelletje.
Niet alleen ik heb het toentertijd ontzettend zwaar gehad, mijn moeder is er ook kapot aan gegaan. Door mijn vechtsport en mijn pitbulls stond ik in het dorp onterecht bekend als bandiet, mijn veroordeling bevestigde dit voor hun alleen maar. Ik was al een crimineel voordat ik überhaupt gevangen zat. Dit raakte mijn moeder ontzettend.
Maar mijn gevangenschap is voor één persoon het meest zwaar geweest, dat is voor mijn vrouw. Zij werd gestraft terwijl ze niks had gedaan. De rekeningen, het huis, de honden, ons zoontje; zij moest alles alleen doen. Toen ze op gesprek ging bij instanties om financiële hulp te krijgen, werd ze overal geweigerd; zolang ze niet van mij scheidde, wilden ze haar geen financiële steun bieden. Als ze met mij samenbleef, koos ze er volgens de instanties voor om met een crimineel samen te zijn.
Op het moment dat ik werd opgepakt, was mijn zoontje twee jaar oud. Hij is me vaak komen bezoeken, maar begreep niet zo goed wat er aan de hand was. Twee maanden geleden hebben mijn vrouw en ik uitgelegd waarom ik zo lang weg was; ik wilde graag eerlijk tegen hem zijn. We vertelden hem dat ‘ papa niet zo lief was geweest’ en dat ik daarom naar de gevangenis moest. Hij vertelde me laatst dat ik ‘nooit meer bij de stoute winkel mag werken’, omdat hij niet wil dat ik weer zo lang weg ben. Zijn onzekerheid over ‘wanneer papa weer naar huis kwam’ is toentertijd denk ik het lastigste voor hem geweest.
Door mijn gevangenschap heb ik nieuwe vriendschappen opgebouwd, maar ik heb ook veel vrienden verloren. Zelfs mijn beste maten hebben het contact met mij verbroken, terwijl ik verwachtte dat juist zij mij zouden steunen. Ze hebben mij keihard laten vallen, daar kan ik nog steeds boos om worden.
Toen ik weer thuis woonde, heeft niemand uit mijn omgeving naar mijn eigen verhaal gevraagd. De meeste mensen hadden hun mening al klaar; ik was een crimineel en ik zou dat ook blijven. Of er mensen bang voor me zijn, weet ik niet zo goed. Ze laten het in ieder geval niet meteen merken. Iedereen doet in mijn gezicht heel vriendelijk, maar ik zie dat ze achter mijn rug over me praten. Er zijn wel mensen die met een bocht om mij heen lopen, maar dat deden ze altijd al. Dat heeft niks met mijn gevangenschap te maken, dus wat dat betreft is er eigenlijk niet zoveel veranderd.
Mijn opsluiting wordt door iedereen doodgezwegen, ik beschouw het ‘gevangen zijn’ daarom wel als een taboe. Misschien is iedereen bang voor mijn reactie; ik heb ondertussen wel een reputatie gekregen. Ikzelf praatte toen ik net vrij was een beetje luchtig over mijn gevangenschap. Dit deed ik om mijn hoofd hoog te houden, ik wilde niet zwak overkomen. Ik liet het allemaal makkelijker en stoerder lijken dan het daadwerkelijk was, omdat ik me erg schaamde. Dit heeft mijn vrouw erg pijn gedaan; het leek alsof ik trots was op mijn gevangenschap, terwijl we het allebei erg zwaar hebben gehad. Ik heb nou wel geleerd dat ik dat niet meer moet doen.
Ik zou willen dat mensen mij gewoon directe vragen hadden gesteld, maar iedereen koos de makkelijke weg; ze geloofden de roddels die ze hoorden, hadden een eigen mening klaar en vulden hun eigen vragen in. Ik snap dat het lastig is om erover te beginnen, maar anders blijft het een taboe. Iedereen wil weten wat er is gebeurd, dus schaam je niet. Vraag het gewoon. Ik heb het een plaatsje kunnen geven. Nu ik er weer over praat, komen alle herinneringen en de pijn weer even terug. Dat is wel lastig, maar alles liever dan het gepraat achter mijn rug om.
Sinds 2 juli 2018 ben ik helemaal vrij. Momenteel verdien ik met een van mijn grootste hobby’s mijn brood; ik geef les in thaiboksen. Daarnaast ben ik bezorger voor een bekende supermarktketen en werk ik af en toe op de bouw. Ik geniet volop van het leven samen met mijn vrouw, zoontje en drie pitbulls.’’
*In verband met privacy-omstandigheden is de naam in dit verhaal gefingeerd.





Opmerkingen